Nasi goreng

2 eetlepels olie
beetje bouillonpoeder (voor 100 ml)
200 g spekblokjes (of, naar keus, kleine blokjes varkensvlees, kippenvlees of garnalen)
1 jonge prei of 2 lente-uitjes, in dunne ringetjes
200 g drooggekookte pandanrijst (geen snelkookrijst), afgekoeld
2 eieren, losgeklopt met 1 eetlepels melk
voor de boemboe
2 sjalotjes, gesnipperd
2 teentjes knoflook, gesnipperd
1 theelepel sambal oelek of 1 lombok, zaadlijst verwijderd en fijngesneden
1 theelepel trassi bakar, verkruimeld

Vijzel de boemboe-ingrediënten tot een smeuïge pasta. Fruit de boemboe ca. 3 minuten in 1 eetlepel olie in de wadjan. Roer de bouillonkruimels erdoor.
Voeg de spekjes of vlees/garnalen toe en bak al omscheppend in ca. 3 minuten gaar. Meng de prei of lente-ui erdoor.
Voeg nu beetje bij beetje, al omscheppend, de gare rijst toe. Zorg dat de korrels al losgeroerd zijn voordat je de rijst toevoegt. Blijf omscheppen tot de nasi goreng door en door heet is en schep alles dan in een warme schaal.
Verhit de rest van de olie in de wadjan en bak een omelet van de losgeklopte eieren. Rol op en snijd in reepjes. Serveer bovenop de nasi goreng.


Oude koude rijst

Altijd veel te veel rijst koken. De volgende dag uitje, knoflook, wat kleingesneden kool, prei, tauge in een loeihete wok, koude rijst erbij, verkruimeld bouillonblokje, alles wat je wil, oestersaus, stukjes ham, garnalen, als je maar zorgt dat de rijst koud is en de pan teringheet. Bakken, op 't eind twee losgeklopte eieren erdoor scheppen, plus sojasaus en sesamolie.


Bami goreng

200 g Chinese mie
100 g kipfilet, kleingesneden
100 g ontbijtspek, in blokjes
100 g ham, in blokjes
1 eetlepel olie
2 teentjes knoflook, fijngehakt
1 eetlepel ketjap manis
1 eetlepel sambal oelek
100 g Chinese kool, kleingesneden
100 g prei, in reepjes
3 takjes selderij, kleingesneden
100 g kleine garnalen
100 g Inproba Gebakken Uitjes
halve kleine komkommer, in schijfjes
1 zak Inproba Kroepoek (50 g)

Kook de mie gaar volgens de gebruiksaanwijzing op de verpakking.
Roerbak de kipfilet, spek en ham in de hete olie. Voeg knoflook, ketjap en sambal toe. Voeg vervolgens ook de kool, prei en selderij toe. Schep dit voortdurend om tot de groente beetgaar is. Voeg dan ook de mie en de garnalen toe.
Schep goed om tot alles door en door warm is. Snijd de mie eventueel nog enige malen door zodat het mengen makkelijker gaat, voeg eventueel naar smaak nog wat ketjap toe.
Schep de bami op een schaal en garneer met de uitjes en komkommerschijfjes. Ook omeletreepjes passen hier uitstekend bij. Serveer de kroepoek er los bij.


Babi pangang classic

Marinade: 800g varkenslappen
100g rode uien fijngesnipperd
2 tenen knoflook geperst
2g gemberpoeder
5g gember geraspt
40ml arachideolie
100ml ketjep manis
1 citroen geperst
1g steranijs.
Saus: 10g sambal oelek
100g tomatenpuree
100ml tomatenketchup
60g suiker
2 tenen knoflook geperst
20g citroengras fijngesneden
10g gember geraspt
1 kippenbouillontablet
3g maizena
30g margarine
250g atjar tjampoer uitgelekt.

In een pannetje kook 10 min. zacht sambal, tomatenpuree, ketchup, suiker, knoflook, citroengras, gember en kippenbouillontablet. Los maizena in beetje water en bind de sous ermee.
Marineer vlees min. 3 uur. Verwarm oven voor tot 220gr. Bak vlees in een koekenpan bruin aan en zet hem in de ovenschaal met braadvocht in de oven. Bak het vlees ca. 25 min. tot het bruin korstje heeft.
Verdeel de atjar over een platte schaal. Schep er vlees op. Schenk de saus over.


Babi pangang

(geroosterde varkensbuiklappen)

1 kg buiklappen met zwoerd aan één stuk
cognac of whisky
5 knoflookteentjes of 1 tl knoflook-poeder
2 tl boemboe babi-pangang
1,5 el barbecuekruiden
1 tl ve-tsin
3 el ketjap
1 el zout
paar metalen satépennen.
Voor de saus: 1 el tomatenpuree
1 el chilisaus
1 el azijn
2 tl suiker
1 el maizena.

Maak in het vlees niet te diepe inkepingen. Maak het zwoerd van het buikspek goed schoon met ruw papier of keukenpapier en wrijf het in met een flinke scheut cognac of whisky. Pel de knoflookteentjes en kneus ze.
Maak een marinade van de knoflook of knoflookpoeder, de boemboe babi pangang (boemboe - kruiden), de barbecuekruiden (spice powder), de ve-tsin en de ketjap en laat het vlees hierin 2 uur marineren. Steek daarna het zwoerd met metalen saté-pennen vast om omklappen (door de inke-pingen) van het vlees te voorkomen.
Warm de oven voor op 175°C. Dep net vlees voorzichtig droog met keukenpapier en bestrooi het zwoerd met zout. Leg de buiklap met het vleesgedeelte naar beneden op de rooster in de oven. Zet er een bakblik onder met ca. 1 cm water erin om uitdrogen te voorkomen. Zet de oven hoog (225°C) en braad het vlees in 40 minuten.
Haal het vlees uit de oven dep het droog en veeg het zout voorzichtig met een kwastje eraf. Zet het vlees opnieuw in de oven en draai deze lager. Zet na 10 minuten de oven weer lager en na 10 minuten nog eens. Haal het vlees uit de oven als het mooi bruin is en het zwoerd krokant is. Breng voor het sausje in een klein pannetje de tomatenpuree, de chilisaus, de azijn en de suiker met 1 dl water aan de kook op een matige warmtebron. Bind het met wat aangelengde maizena. Haal de pennen uit het vlees en snijd het eerst in lange repen en daarna in blokjes.
Serveer het met warme rijst, atjar of verse komkommer.


Babi pangang Blue Band 1985

800 g magere speklappen
1 eetlepel anijspoeder
1 eetlepel koriander
1 theelepel komijn
mespunt kaneel
1 eetlepel citroensap
2 theelepels bruine basterdsuiker
2 geperste knoflooktenen
2 eetlepels taotjo (of bruine bonenpuree)
2 theelepels mosterd
2 theelepels chilisaus
4 eetlepels ketjap
4 eetlepels ketchup
25 g boter of olie

Snijd speklappen in dunne reepjes van 5 cm bij 1,5 cm. Maak een marinade van anijspoeder, koriander, komijn, kaneel en citroensap en meng door het vlees voor minstens 1 uur.
Meng intussen basterdsuiker, knoflook, taotjo, mosterd, chilisaus, ketjap en ketchup met een beetje water tot een dikke saus. Laat het vlees ca. 15 min. op een matig vuur gaar en bruin braden en neem het vlees uit de pan. Herhaal diet tot al het vlees gebraden is. Vlees moet alleen bodem van de pan bedeken.
Doe alle vlees terug in de pan, verwarm de saus en laat hem even koken.


Babi pangang doskonały

Przepis dla wytrawnych kucharzy a efekt może być lepszy niż w restauracji.

Mieso

Marynata: 1 łyżka przyprawy pieciu smaków (vijfkruidenpoeder), 2 łyżeczki soli, 2 łyżki octu ryżowego, 2 łyżki gula Jawa (cukier palmowy), 2 łyżki sosu z czarnej fasoli (zwarte bonensaus).

Przyrzadzanie miesa: przygotuj duzy kawal (2-3 kg) surowego boczku ze skórą. Gotuj go w wodzie do wewnetrznej temperatury miesa 60°C po czym szybko ostudz w zimnej wodzie i wytrzyj do sucha. Dobrze podziurkuj widelcem skórę boczku aby w czasie pieczenia tluszcz mógl wyciekac. Natrzyj skórę sola i octem aby stala sie chrupiaca po upieczeniu.
Połóż boczek skóra do dolu i natnij ostrym nożem, nie przecinajac skóry na 3-centymetrowe plastry. Teraz boczek wyglada jak harmonia.
Marynowanie: wetrzyj bardzo dokladnie marynate w mieso ale nie w skóre. Zawin boczek w folie i połóż do lodówki na co najmniej 5 godzin, lepiej dluzej.
Grillowanie lub pieczenie: przy grillowaniu, czy to w piekarniku czy na weglu chodzi o to aby skóra stala sie bardzo chrupiaca. Regularnie nakluwaj skóre aby tluszcz mógł wyciec.
Boczek pieczemy aż bedzie bardzo miekki, ok. dwóch godzin.

Sos

Skladniki: olej (najlepiej arachidowy), drobno posiekana cebula i pomidor, wycisniety zabek czosnku, 5 cm startego klacza imbiru, lyzeczka sambal oelek, mala puszeczke przecieru pomidorowego, 4 lyzki octu winnego, 1 lyzeczka ketjap manis (slodki sos sojowy), 2 filizanki wody, 1 lyzka gula Jawa (cukier palmowy), 1 lyzka maizena (skrobia kukurydziana), sól do smaku.

Przygotowanie sosu: w rondelku podgrzej olej i podsmaz na malym ogniu cebule, pomidora, czosnek, imbir i sambal. Nie moze zbrazowiec w smazeniu. Nastepnie dodaj przecier pomidorowy, ocet i ketjap, dobrze mieszajac. Kolejno cukier i wode a na koniec rozrobic skrobie kukurydziana (maizena) aby zagescic sos do gestosci syropu.
Podawać z ryżem polewając chrupiacy boczek gęstym sosem.


Mexicaans van Beata Stunzo 1985

200 g rijst
300 g gehakt
2 uien
2 rode en 1 groene paprika
tomatenpuree, paprikapoeder, chilipoeder, knoflook, zout.

Kook rijst droog. Intussen in een grote koekenpan bak gesnipperde uien en paprika in blokjes dan voeg het gehakt en bak het los en gaar in de olie, voeg rest van de kruiden, tomatenpuree en zout meng het met de rijst en klaar.


Rijst met kippelevertjes

200 g rijst
150 g studentenhaver of cashewnoten
300 g kippelevertjes
sambal, ketjap

Rijst koken. Eventueel grote noten kleiner hakken. Bak kippenlevertjes in boter ca. 15 min., kan ook met wat sambal en ketjap manis, voeg op laatst stoedentenhaver toe even meebakken.


"Velveting" gefluweelde kip

2 kipfilets
1 afgestreken eetlepel maizena
1 eetlepel witte wijn of sherry
theelepel zout
scheutje olie
1 eiwit.

Aziaten hebben een simpel trucje om vlees mals te maken: ze roeren de plakjes vlees door een mengsel van maaizena, eiwit en wijn, laten ze een halfuurtje daarin marineren, en pocheren het vlees daarna 1 minuut in water tegen de kook aan.
Klopt de maizena, het eiwit, de wijn en het zout door elkaar in een kom. Snij de kipfilet in dunne plakjes en roer die door het mengsel. Laat alles een halfuur staan en daarna even uitlekken in een zeef. Breng een pan water met een scheut olie aan de kook. Zet het vuur zacht en gooi die kipstukkjes erin. Meteen roeren, zodat ze niet aan elkaar blijven plakken. Zodra de kipstukjes wit zijn geworden schep je ze er weer uit met een zeeflepel. Dat duurt minder dan een minuut, dus blijf erbij! Het vlees is nu gaar en kan toegevoegd worden aan je favoriete roerbak.


Satésaus

Pot Calvé Pindakaas (350 gram)
2 teentjes knoflook, zeer fijn gesnipperd
1 kleine ui, zeer fijn gesnipperd
3 eetlepels Ketjap Manis
3 (5 voor pittig) volle eetlepels Sambal Badjak
1 theelepel ketoembar (koriander)
1 theelepel djintan of komijn 1 theelepel laos (of gember voor extra pittig)
300 milliliter kokosmelk

Neem een pannetje en vul dat met de kokosmelk voeg alle ingredienten toe, behalve de pindakaas. Zet het op een laag vuur en roer het geheel goed!
Voeg nu stukje bij stukje de pindakaas toe en blijf roeren anders brandt de saus aan. Roer totdat je een lekkere smeuige saus krijgt. Niet koken! Gaat schiften!


Tjap Tjoi

1 kipfilet
1 prei
150 gr. garnalen
2 teentjes knoflook
2 uien
mespuntje djahé
1 krop Chinese kool
1 el ketjap manis
250 gr. taugé
peper, 2 takjes selderij, zout
100 gr. champignons
1 kopje water
klein blikje bamboespruiten
olie

Pel en snijd de ui en knoflook in kleine stukjes. Snijd de kip in kleine reepjes. Snijd de Chinese kool grof. Verwijder van de taugé de bruine vliesjes en de staartjes. Snijd de prei overdwars en snijd hem in dunne ringetjes, goed wassen. Was de champignons en snijd ze in plakjes. Hak de gewassen selderij.
Verhit de olie in een pan en fruit hierin de uien en het knoflook. Voeg het vlees erbij en bak dit 5 min. mee. Bak nu de garnalen 1 min. mee, voeg het water, de ketjap en de djahé toe en breng alles aan de kook. Doe de groenten erbij en roer alles om en kook het niet te gaar. Het moet knapperig blijven. Voeg naar smaak peper en zout toe. Als de Tjap Tjoy te waterig is, deze binden met water aangemaakte maizena.


Tjaptjoi II

1 ui gesnipperd,
3 tenen knoflook geperst,
300g kipfilet indunne plakjes,
1 tl geraspt gember,
1/2 tl 5- spices poeder,
1 rode paprika in repen,
2 wortels in plakken,
(kan ook met peultjes, citroensap)
100g champignons in plakken,
Halve komkommer in repjes, zonder zaad,
200g taugé,
1 kippenbouillon blokje,
1 tl maïzena opgelost in 2 tl water,
Halve tl ve-tsin, ev. ketjap.

Verhit in olie uien met knoflook, voeg kip bij, dan gember en 5-spices. Dan groenten erbij. Wokken. Dan kopje water met bouillon blokje. Bind met maïzena. Peper en zout en ve-tsin. Serveer met rijst.


Foe Yong Hai

6 eieren
6 el melk
1 blikje krab (of gare stukjes kip)
1 klein blikje zeer fijne doperwtjes
1 heel dun gesneden prei
4 fijngesneden uien
zout
Voor de saus: 1 fijngestampt of heel fijngesneden teentje knoflook
1 el boter
1 flesje tomatenketchup
1 el fijngeknipte peterselie

Klop de eieren los met de melk. Maak de krab goed los en vermeng deze met de prei, doperwtjes en fijngesneden sjalotten. Fruit dit geheel zachtjes in wat boter in een pan. Maak de tomatensaus. Smelt hiervoor in een pannetje de boter met de knoflook. Doe er de tomatenketchup bij en laat goed doorwarmen.
Bak in twee koekenpannen twee omeletten. Als de bovenkant droog is (niet te droog), doe dan op elke omelet de helft van het ui-prei-krab mengsel. Klap de omelet dubbel en serveer dit met rijst en tomatensaus. Strooi over de tomatensaus wat fijngeknipte peterselie. N.B.: Dit gerecht is ook lekker zonder krab of kip!


Thaise roerbak

300 g rijst
200 g fijngesneden vlees/vis/eieren/garnalen
blik ananas of vers (ca. 200g stukjes)
100g blank cashew noten geroosterd
2 el kippesoep bouillonpoeder
1 el vissaus
1 ei
2 el Kerrie Massala kruiden
gehakt knoflook
bosuitjes en/of ui
2-4 groen en/of rode pepers
100 g verse erwtjes.

Rijs koken. In een wok noten in de olie roosteren, dan fijngesneden knoflook, uitjes, vlees (of ei) en pepers toevoegen en wokken. Rijst en ananas toevoegen en eerder voorbereid saus van mengsel ananassap, kieppoeder, vissaus en kerry. Kan ook verse koriander. Mooi opdienen: in de uitgeholde halve ananas.


Rundvlees - Indonesisch

1 kg runderriblappen
1 grote ui
1-2 teentjes knoflook
halve rode paprika
stukje djahe, laos, daun sare, daun salam (laurierblad)
2 blokjes vleesbouillon
ketjap manis

Het vlees in kleine stukjes snijden, goed met azijn en water wassen, een pan met water opzetten en het vlees koken tot half gaar (één bouillon er bij doen). Dan de ui snijden en de knoflook persen in de pan met beetje slaolie fruiten en dan doe je bouillon erbij en roeren, dan de kruiden in doen, ketjap manis en een scheutje water. Op laatst de paprika en dan het vlees erbij doen en omroeren en dan de tweede bouillon erbij en alles op laag pitje sudderen (niet te lang).


Koreaanse Kimchi

Chinese kool,
100 g zout,
150 g geraspt winterpeen,
2-4 lente-uitjes in ringen,
bol knoflook in stukjes,
50 g gechakt gember,
50 ml azijn,
3 el vissaus of sojasaus,
2 el bruine suiker,
3 el paprikapoeder,
1 el chilivlokken.

Breng 500 ml water met zout aan de kook. Kalveer de kool en snij de harde kern onderaan weg. Snijd de helften in de lengte in drien en daarna overdwars in reepjes. Doe samen met wortelrepjes en uiringetjes in een grote kom en schenk het hete zoute water erover. Masser het koolmengsel een minutje met je handen en laat minimaal 3 uur staan, liefswt met iets zwaar erop. Schep regelmatig om.
Giet het koolmengsel af in een vergiet en spoel onder de koude kraan tot de groenten elleen nog licht zout smaken. Laat uitlekken en druk het vocht er zoveel mogelijk uit. Pureer de knoflook, gember azijn en vissaus met stafmixer. Meng de suiker, paprikapoeder en chilivlokken erdoor. Hussel deze marinade met je handen goed door de kool.
Schep de kimchi in de afsluitbare bak en laat een dag op kamertemperatuur marineren. Bewaar daarna 2-3 weken in de koelkast en schep elke dag om: de kimchi wordt alleen maar lekkerder.


Chiński obiad

4 piersi z kurczaka
2 jajka
maka ziemniaczana ok. 4-5 plaskich lyzek stolwych
czosnek w proszku
Sos do miesa: 2 lub 3 cebule
2 duze marchewki
0,5 puszki zielonego groszku
3 lub 4 lyzeczki miodu
2 nakretki ocetu
1 lyzke stolowa maki ziemniaczanej
olej

Mieso w panierce: piersi z kurczaka pokroic na drobne w miare kwadratowe kawalki (2x2cm) posypac duza iloscia czosnku w proszku i sola, jajka roztrzepac widelcem i polaczyc z maka ziemniaczana tak zeby powstalo geste lejace ciasto, mieso obtoczyc w ciescie i smazyc na glebokim oleju na zloty kolor, odstawic.
Sos do miesa: cebule pokroic w pojedyncze krazki, zetrzec na sredniej tarce marchewke na drobne kawalki, dodac groszek i wszystko podsmazyc na zloty kolor na lyzce oleju. Przygotowac duzy kubek przegotowanej wody dodac do niej ocet i miód, nastepnie tak przygotowanym sosem zalac podsmazone warzywa, calosc podgrzewajac zageszczamy maka ziemniaczana tak aby powstal srednio gesty przezroczysty sos. Do gotowego sosu wrzucamy usmazone kawalki kurczaka aby zmiekla panierka.
Podawac z ryżem.


paddenstoelenrisotto met kip

1 citroen
1 ui
2 stengels bleekselderij
10 gram gedroogde porcini paddenstoelen
1 (kip- of paddenstoelen) bouillonblokje
25 gram boter
50 gram Parmezaanse kaas
200 gram risotto rijst
300 gram oesterzwammen en champignons
200 gram kippendijen
Zout en zwarte peper
Olijfolie

Breng 750 ml water aan de kook, schenk in een maatbeker en week de gedroogde paddenstoelen erin. Voeg voor meer smaak één (kip- of paddenstoelen)bouillonblokje toe.
Maak de champignons en oesterzammen schoon en snijd in dunne plakjes. Pel de ui en snipper deze, snijd de bleekselderij in kleine stukjes, rasp de Parmezaanse kaas en snijd de dragonblaadjes fijn. Rasp de gele schil van de citroen en pers de citroen uit.
Verhit een paar eetlepels olijfolie in een grote koekenpan. Bak hierin de champignons en oesterzwammen goudbruin. Doe ze over in een kommetje. Snijd nu de kippendijen in reepjes en bak in dezelfde pan gaar en goudbruin, zet opzij en houd warm.
Verhit een paar eetlepels olijfolie in een grote hapjespan. Fruit de ui en bleekselderij op medium vuur een paar minuten aan; de ui moet glazig worden, niet donker kleuren. Voeg de risotto rijst toe en bak een minuutje mee, schep goed om. Voeg nu de geweekte paddenstoelen en 1/3 van de paddenstoelenbouillon toe. Voeg het citroensap en de citroenschil toe en breng alles op smaak met zout en peper. Roer goed om.
Telkens als het vocht in de risotto bijna verdampt is, voeg je weer wat van de bouillon toe. Blijf goed roeren.
Als de risotto bijna beetgaar is en al het vocht is verdampt, roer je de boter, paddenstoelen, Parmezaanse kaas en dragon er doorheen. Proef en breng eventueel op smaak met extra zout en peper.
Lepel de paddenstoelenrisotto op twee diepe borden en leg de gebakken kip erop.

Risotto po polsku

200 g ryżu
pieczarki 250 g
mięsko 200 g (wedlinka najlepiej szynka parmeńska a jak nie ma to coś innego do smaku; boczek wedzony, inne miesa)
puszka pomidorów
cebula, czosnek
kukurydza zamienne z groszkiem (mrozonym)
ziola: papryka, bazylia, oregano, imbir, chilli i co kto lubi do smaku
wrzatek albo wywar
ser do posypania

Robie to tak ryż smaze na oleju w glebszym garnku aż będzie złoty na to wrzucam w kostke pokrojone pieczarki, potem miesko i pomidory moga być z puszki albo jak nie ma to przecier pomidorowy. W wersji ulepszonej czasami dodaje do smażenia cebulkę i czosnek. Po dodaniu pomidorów zalewam wszystko wrzatkiem lub wywarem i dodaje przypraw pod koniec gotowania dodaje kukurydzy albo groszku. Czekam aż się woda wygotuje i sie ogólnie wszystko sypkie zrobi (chociaż czasem jest mokre) i na talerz a na to ser starty i wcinamy.